De Inclusor | De groep, altijd maar weer de groep
15517
page-template-default,page,page-id-15517,ajax_fade,page_not_loaded,,vertical_menu_enabled, vertical_menu_transparency vertical_menu_transparency_on,side_area_uncovered_from_content,qode-theme-ver-10.0,wpb-js-composer js-comp-ver-7.5,vc_responsive

De groep, altijd maar weer de groep

In mijn recente ervaringen met families en personen met een gedragslabel vallen mij vele dingen op. Veel daarvan zijn aannames, die hardnekkig zijn en, in mijn ervaring, niet gestaafd worden door feitelijk bewijs. Ik noem er een paar:

  • Mensen die zorg ontvangen horen in een groep
  • Mensen met een beperking passen beter onder gelijkgestemden (daarmee worden andere mensen met een beperking bedoeld)
  • Mensen buiten een groep of buiten een instelling begeleiden “moet je niet willen” of is niet haalbaar
  • Mensen die zorg of begeleiding nodig hebben vereenzamen als ze buiten een groepsvoorziening wonen.

Als je het een beetje anders schrijft dan staat er:

  • Mensen horen in een groep
  • Mensen passen beter onder gelijkgestemden
  • Mensen buiten een groep vereenzamen

Ik vind dat in de Nederlandse cultuur mensen met een zorgvraag worden gediscrimineerd, gezien als anders. Voor hen zouden andere sociale regels gelden dan voor de rest van de mensheid. Ik zie in mijn dagelijks werk hoe kinderen en volwassenen met hun families worden gediscrimineerd door de overheid, door de instellingen en de regelgeving. Aan de basis hiervan staat dat we een instellingsland zijn waarin je beperking uitgangspunt is, een medisch model, lekker met diagnoses. Beperkingen groepeer je rondom expertise, dan is het economisch haalbaar. En liefst grote groepen, eventueel in units, dan is het goed te managen.
Dit model maakt het echter voor veel mensen onleefbaar. Mensen worden gereduceerd tot hun label, zoals Verstandelijk Beperkt, Forensisch, VG7, Dementerend, WLZ-indicatie, GGZ, Verslaafd, enz. De labels zijn kwetsend en zeggen niets over de mens. Even discriminerend en distantiërend als labels als Zwart, Vrouw, Moslim.

Ik zie mensen gelukkig worden als ze mens kunnen zijn onder de mensen. Alleen in een groep als ze dat willen en op basis van de klik en de eigen keuze. Mensen die leven volgens hun eigen idee, net als de gemiddelde burger, in een omgeving passend bij jou als persoon, worden gelukkiger. Mensen in een instelling leren vaak niet meer dan zich aan te passen, ermee leven, er het beste van maken. Hun begeleiders en familie tevreden stellen. Die overlevingskunst en het je tevreden stellen met de kleine dingen, daar heb ik grote bewondering voor. Ik zou me nooit zo kunnen aanpassen. Al snel een gedragsprobleem ontwikkelen in de ogen van mijn begeleiders. En in een groep terecht komen, waar mijn probleem eerder groter dan kleiner wordt.

Instellingen hebben de kreet “de cliënt centraal” losgelaten. Dat is maar goed ook, want het was meestal toch een leugen. Met visies en missies die van elkaar overgeschreven waren. Maar het is alleen maar erger geworden. Als je niet in het programma past dan moet je maar weg. Je indicatie is het enige wat telt. Instellingen koppelen er een programma aan en daarmee kun je het doen. Als je meer nodig hebt moet je indicatie omhoog. Als je gewoon goed behandeld zou zijn dan was dat niet nodig, maar hogere indicatie meer geld. Mensen met een beperking en hun families worden gedwongen hun zorgvraag nog groter te maken dan hij al was. Met de daarbij behorende labels – en zie daar maar weer eens vanaf te komen. Anders krijg je de zorg niet die je nodig hebt. Een perverse prikkel. Waar heb ik die term eerder gehoord.

Mensen horen onder de mensen te zijn – we zijn immers sociale wezens. Maar als je als gewone burger in een woongroep wilt wonen ben je een uitzondering. Maar als je wat hebt moet je het maar gewoon vinden. Dat klopt toch niet.

Weg met de groep, weg met de labels. Terug naar de menselijke maat. Waarschijnlijk uiteindelijk een stuk goedkoper ook.

 

Hans Kroon